Dagboek 7.1968-1969

Afbeeldingen

Artikel vergelijken

  • Nederlands
  • Paperback
  • 9789028242074
  • 21 mei 2010
  • 629 pagina's
Alle productspecificaties

Frida Vogels

Frida Vogels (Soest, 1930) is de auteur van De harde kern. Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel (inmiddels uitverkocht) bevatte 'Kanker' en 'De naakte waarheid', het tweede deel bestaat volledig uit 'Met zijn drieën'. Het derde en laatste deel bestaat uit gedichten.

In 1994 werd haar de Libris Literatuurprijs toegekend voor het tweede deel van De harde kern. De schrijfster wilde de prijs niet zelf in ontvangst nemen. Wel achtte ze het gewenst de volgende toelichting te geven: 'Een schrijver schrijft een boek. Als een uitgever er iets in ziet, wordt het gepubliceerd. Het wordt door litteraire critici besproken en vindt geleidelijk zijn weg naar de lezers voor wie het bestemd is. Eventueel geeft de schrijver, na verloop van tijd, een interview, compleet met portret, om aan de inmiddels ontstane belangstelling voor zijn persoon tegemoet te komen en een eigen mening over zijn werk te geven. Als het werk de schrijver overleeft, geldt wie dan leeft, wie dan zorgt.'

Naast schrijver is Frida Vogels ook vertaler van Italiaanse auteurs als Salvatore Satta, Primo Levi, Giacomo Debenedetti en Cesare Pavese. Ook bezorgde zij Onder het ijs van Bert Weijde, verschenen in 1994.

In mei 2005 verscheen het eerste deel van haar Dagboek. De complete uitgave van haar dagboeken zullen ca. 16 delen beslaan. Inmiddels zijn tien delen verschenen.

De drie schrijvers, Frida Vogels, J.J. Voskuil en Bert Weijde, hebben niet alleen literaire opvattingen gemeen, maar treden ook als personages op in elkaars boeken. Op verzoek van de uitgeverij heeft Frida Vogels samen met J.J. Voskuil een aantal fragmenten uit persoonlijke brieven van henzelf en van Bert Weijde gekozen, waarin zij zich over elkaars werk uitlaten:

J.J.Voskuil aan Frida Vogels
B. heeft nu die strandwandeling, die hij jou ook voorgelezen heeft, uitgetikt, en nog een wandeling, een nogal lugubere wandeling in het donker over de ringdijk, door het opgespoten land. Vooral dat eerste verhaal is meesterlijk.

Hoewel ik in mentaliteit ver van hem afsta, heb ik hier in Nederland alleen bij hem nog een gevoel van verwantschap. Als we zondagavond laat met de tram naar hem toerijden, het idee dat zijn huis en dat van ons door een door Amsterdam overkoepelde tunnel verbonden zijn, zoals ik dat vroeger had toen we nog studeerden.

Bert Weijde aan Frida Vogels
Het gedicht vind ik mieters. Het wekt de illusie een stroom van gedachten te begeleiden en in te dammen ook. Als je het de eerste keer hebt gelezen, begin je overnieuw maar nu met het beeld van de vlieger voor ogen. Je ziet dan in de verte (nabeeld in de lucht - de laatste regel op het papier) de vlieger stilstaan boven de nerveuze bewegingen. Daarna het verknoopte touw en tenslotte wordt er weer op de vlieger gewezen.

Toen ik de knoop in het touw getekend had, ben ik begonnen te schrijven.

Lousje Voskuil aan Frida Vogels
B. was enthousiast over het boek. Hij bracht het gisteravond terug en kon het vrijwel spellen. Hij had het nergens saai gevonden en absoluut niet benauwend. Hij had alles begrepen zoals het begrepen moest worden en praatte daarover op de hem eigen openhartige manier. De dromen had hij allemaal verklaard en hij had er dingen uitgehaald waar H. niet aan gedacht zou hebben. Hij had verwantschappen met H. ontdekt, die hem veel plezier hadden gedaan. Hij had ook meteen begrepen dat het boek weerstanden wekt en vond het mieters dat het zoveel selectiever is dan Bij nader inzien. 'Wie dit niet goed vindt, kan de kast op,' zei hij.

J.J. Voskuil aan Frida Vogels
Ik denk nu over een boek over het Bureau, omdat ik merk dat dat met toch enorm dwars zit. Voorlopig zal het wel bij denken blijven, omdat ik absoluut niet zie hoe ik zo\'n vervelend onderwerp vorm kan geven.

Frida Vogels aan J.J. Voskuil
Dat je een boek over het Bureau zou schrijven, heb ik eigenlijk altijd gedacht. Je hebt er 30 jaar lang onvrijwillig een groot deel van je leven gesleten. Hoe gaan mensen in zo'n gedwongen situatie met elkaar om? Niet als mensen, maar volgens de wetten van de situatie, in dit geval het wetenschappelijke bedrijf.

De dikke bundel eigen publicaties die je bij je afscheid aangeboden kreeg, was de bekroning van een wetenschappelijke carrière. Dat al je artikelen zich tégen wie zich groot maakten in de wetenschap keerden, maakte niets uit. Als ze goed waren, en dat moesten ze zijn om vernietigend te zijn, maakten ze je ei­gen positie elke keer sterker en je kans om mensen te vinden die zich als mensen lieten aanspreken dus kleiner; met als eindresultaat, dat je hebt bijgedragen tot de opwaardering van jouw tak van wetenschap en dat de paar anderen voor wie je een mens meende te zijn ook alleen maar geïnteresseerd bleken in je status. Zo'n schimmenspel wekt wrok, en bij jou de dringende behoefte om je ware gezicht en de gezichten van al die anderen te ontbloten.

J.J. Voskuil aan Frida Vogels
Het gedrag dat jij in je boek beschrijft is voor mij een raadsel en behalve onvoorspelbaar dikwijls irritant. Mijn eerste, emotionele reactie is vaak: kan dat verdomme niet anders?

Het kan dus niet anders. Daar gaat het om, en dat maak je heel duidelijk. Daar begint voor mij ook het gevoel van verwantschap. Ik wil gekend worden zoals ik ben en niet er stiekum tussenuitknijpen met medeneming van zoveel mogelijk geheimen. Die behoefte vind ik bij jou ook.

Frida Vogels aan J.J. Voskuil
Mijn boek gaat tot op het bot zoals geen ander boek dat ik ken en dat is de kracht ervan, maar ik heb alleen mijn eigen rekening opgemaakt en ben aan de anderen niet toegekomen. Het is een asociaal boek (al komen er veel aardige mensen in voor) en dat is het jouwe nu juist niet. Jij houdt duizenden bladzijden lang en en door honderden personages heen vast aan een kriterium van menselijkheid waar je weinig concrete bevestiging voor vindt, en al die mensen zouden je, in een ogenblik van genade, zielsdankbaar moeten zijn voor het werk dat jij aan ze hebt verricht.

J.J. Voskuil aan Frida Vogels
Nu ik Het Bureau af heb, lees ik Rybakov: Stof en As. Wat mij aanspreekt, is de morele maatstaf waaraan hij mensen toetst. De situatie waarin hij zich bevindt, maakt dat hij weinig tijd nodig heeft om te oordelen. Meestal zijn een paar woorden al genoeg. Dat maakt zijn persoonsbeschrijvingen simpel. Niettemin emotioneert hij me hevig op de ogenblikken waarop een van die mensen met gevaar voor eigen leven partij durft kiezen. Het zijn er niet veel, maar ze zijn er. Kennelijk is dat wat ik zoek en het zoeken van die mensen is ook de grondslag van mijn boeken.

Samenvatting

In mei 1968, tegelijk met de Parijse meidagen, explodeert zoals al lang te verwachten viel Frida Vogels' huwelijk. Het gebeurt op een ongewoon moment, wanneer zijzelf in het ziekenhuis ligt met een al jarenlang voortwoekerend gezwel in haar knie en haar man tegelijkertijd met een acute buikvliesontsteking. Beiden zijn in die toestand te zwak en hulpeloos om wat er gebeurt te kunnen overzien. Hoe dat zij, de schrijfster besluit al gauw dat ze weg moet gaan, terug naar Amsterdam; haar man daarentegen meent dat hij zijn vrouw, en zij hem, onder geen beding kan missen. Omdat Frida Vogels haar besluit voorlopig niet uitvoert, levert dat een tragikomische patstelling op. De ontreddering van de twee hoofdpersonen, de een radeloos van gefnuikt verlangen, de ander verkrampt in afweer, heeft echter niets komisch. Ten slotte gebeurt er toch iets. Wanneer de schoonvader van de schrijfster, op wie ze gesteld was, in oktober 1969 plotseling overlijdt, schrijft ze voor zijn vrouw, in het Italiaans, haar herinneringen aan hem op, in een spontane impuls die ze meteen weer wantrouwt, maar niet kan weerstaan. Het wordt een haarzelf overrompelend, sprekend gelijkend portret van zowel de vader als de zoon. Daarna is er van weggaan geen sprake meer. Een maand later vertrekt haar man naar Castellina voor de Kerstvakantie en neemt het verhaal van zijn vrouw voor zijn moeder mee. Zijzelf is ziek en blijft thuis met de poes. Met dat voor beiden gelukkige Kerstfeest besluit dit zevende dagboekdeel.

Productspecificaties

Inhoud

Taal
nl
Bindwijze
Paperback
Oorspronkelijke releasedatum
21 mei 2010
Aantal pagina's
629
Kaarten inbegrepen
Nee
Illustraties
Nee

Betrokkenen

Hoofdauteur
Frida Vogels
Tweede Auteur
F. Vogels

Overige kenmerken

Editie
1
Extra groot lettertype
Nee
Product breedte
124 mm
Product hoogte
40 mm
Product lengte
200 mm
Studieboek
Nee
Verpakking breedte
124 mm
Verpakking hoogte
40 mm
Verpakking lengte
200 mm
Verpakkingsgewicht
742 g

EAN

EAN
9789028242074

Je vindt dit artikel in

Boek, ebook of luisterboek?
Boek
Taal
Nederlands
Beschikbaarheid
Leverbaar
Studieboek of algemeen
Algemene boeken
Nog geen reviews

Kies gewenste uitvoering

Prijsinformatie en bestellen

De prijs van dit product is 22 euro en 50 cent. Dit is een tweedehands product.
Alleen tweedehands
Goed
In goede staat. Snel en professioneel verpakt verzonden.
Op voorraad
Nu besteld, dinsdag in huis
  • Bestellen en betalen via bol
  • Prijs inclusief verzendkosten, verstuurd door Kompaan boeken
  • Ophalen bij een bol afhaalpunt mogelijk
  • 30 dagen bedenktijd en gratis retourneren
  • Doordeweeks ook ’s avonds in huis

Vaak samen gekocht

Lijst met gekozen artikelen om te vergelijken

Vergelijk artikelen