Poes

Poes “Hee Poes” zegt het vrouwtje “heb je al honger?” “Maaaaauw” zegt Poes. “Zeker weten, heb je al wat voor me?” Het vrouwtje vult een bakje en zet het voor Poes neer. “Smakelijk eten Poes. Vandaag komen er mensen kijken, misschien heb je straks een nieuw huisje. Als je je netjes gedraagt zijn er vast wel mensen die jou mee willen nemen, met je mooie blauwe ogen”. Poes verslikt zich bijna in een paar brokjes. Weer een ander huisje? Poes weet niet of ze dat wel zo leuk vindt. Na het eten maakt Poes een wandelingetje door de kattentuin. “Vanmiddag is het weer kijkdag” zegt Poes tegen haar vriendje. Die middag is het een drukke bedoening. Overal lopen mensen rond. Ze aaien en bekijken alle katten in het asiel. Ook Poes. Poes vindt het maar raar. Wat willen die mensen van Poes? Het liefst zou ze zich verstoppen maar het kooitje waar ze altijd in slaapt is dicht en het kattenluikje naar buiten ook. “Maaaaauuwww” zegt Poes tegen een meneer die haar een aai over haar kopje geeft. “Maaauuuwww” zegt de meneer terug. Wat een rare meneer denkt Poes, hij spreekt kattentaal. De meneer is met een mevrouw en twee kleinere mensen in het asiel. Ze staan met zijn vieren om Poes heen.