Brian Eno
Deze Britse musicus, componist en producer, maar ook <br>geluids- en videokunstenaar, slaagt er als een van de weinigen in om popmuziek en serieuze <br>muziek nader tot elkaar te laten komen. Brian Peter George St. John Le Baptiste De La Salle Eno <br>wordt geboren in het Engelse dorpje Woodbridge, in de regio Suffolk. Wanneer hij het gymnasium <br>heeft afgemaakt, volgen de kunstacademies van Ipswich en Winchester. Daar doet hij zijn eerste <br>kunsttheoretische denkbeelden op. Belangrijk in de vorming daarvan zijn de geschriften en <br>muziekstukken van John Cage (vooral: Silence) en de vriendschap met de avant-gardecomponist <br>Cornelius Cardew. Naar Cages adagium 'Kunst is een doelloos spelen met geluid' begint Eno hier <br>zijn Revox-experimenten. Zelf speelt hij geen enkel muziekinstrument, maar werkt met <br>elektronische geluidsapparatuur en een keten van bandrecorders. Een toenemende fascinatie <br>voor het popgebeuren doet hem in '68 met gitarist Anthony Grafton een groep beginnen: The <br>Maxwell Demon. Eno woont dan in Londen en werkt nauw samen met The Portsmouth Sinfonia. <br>Een ontmoeting met de avant-gardesaxofonist Andy Mackay leidt ertoe dat hij in '71 gevraagd <br>wordt voor de nieuw op te richten popgroep Roxy Music. Zijn steeds grotere rol in die groep leidt <br>spoedig tot een breuk met zanger/ songschrijver Bryan Ferry, gevolgd door zijn vertrek, zomer '73. <br>Hij is dan al ver gevorderd met het opnemen van een duoplaat met Robert Fripp, die in het najaar <br>van '73 uitkomt: No Pussyfootin'. Eno gaat vervolgens met de groep The Winkies op tournee en <br>werkt aan zijn eerste solo-album. Here Come The Warm Jets en Taking Tiger Mountain By Strategy <br>verschijnen in hetzelfde jaar en bevatten inventieve, melodieuze songs van tijdloze kwaliteit. Eno <br>heeft zich voor beide projecten omringd met een keur van kwaliteitsmusici: Robert Fripp, Phil <br>Manzanera, Chris Spedding, Bill McCormick, Paul Rudolph, Robert Wyatt en John Cale. In <br>overeenstemming met de opvattingen van de kunsttheoreticus Morse Peckham gaat het Eno om <br>het scheppen van geluid dat de luisteraar zo wel 'omringt' als verandert. Het werk van avant- <br>gardisten buiten de rock, als Lamonte Young en Terry Riley, is daarbij van grotere invloed dan dat <br>van contemporaine rock-artiesten, hoewel Eno in interviews herhaaldelijk ook The Velvet <br>Underground als belangrijke inspiratiebron noemt. Met John Cale en Nico (beiden ex-Velvets), <br>alsmede Kevin Ayers, maakt hij een korte tournee, hetgeen resulteert in een album. Another <br>Green World wordt alom erg gunstig ontvangen, waarna Eno zijn eigen Obscure Records begint, <br>dat zich voornamelijk op experimentele muziek richt. Op dit label verschijnen platen van Gavin <br>Bryars, Michael Nyman en Eno zelf: Discreet Music. Een belangrijke cd zo zal de komende jaren <br>blijken, want het bevat zijn eerste ambient-compositie. Samen met Phil Manzanera werkt Eno aan <br>het '801'-project. Met de Duitse kunstenaar Peter Schmidt maakt hij een soort kaartsysteem, <br>'more than 100 worthwhile dilemmas', dat Oblique Strategies heet en dat door Eno ook bij het <br>maken van zijn muziek als hulpmiddel gehanteerd wordt. Tevens werkt hij als producer, levert zijn <br>vijfde album Before And After Science af en maakt met de Duitse groep Cluster twee lang <br>speelplaten, Cluster And Eno en After The Heat, vol ongrijpbare sfeermuziek. Het is ook de tijd van <br>David Bowie's Berlijnse albums, waarop Eno als muzikant en componist in hoge mate zijn stempel <br>drukt. Een ander project is dat van de serie 'gebruiksmuziek', waarvan Discreet Music, Music For <br>Films en Ambient 1 Music For Airports de eerste concrete producten zijn. Zorgvuldig gecreëerde <br>afstandelijkheid en bewuste desoriëntatie zijn hier essentieel. Naar aanleiding van Music For Films <br>valt voor het eerst de term 'ambient' ('omringend') als omschrijving van zijn muziek - dit ter <br>onderscheiding van wat met de term 'muzak' wordt aangeduid. Bij Eno gaat het om de <br>dynamische interactie tussen mens en omgeving. In '80 continueert hij zijn 'low profile'-politiek <br>en zijn bijdragen aan Fourth World Vol. 1 Possible Musics en Ambient 2 The Plateaux Of Mirror zijn <br>dan ook vrij bescheiden. Intensiever is zijn 'wereldmuziek'-samenwerking met Talking Heads- <br>voorman David Byrne. Op Ambient 4 On Land onderneemt hij een speurtocht naar plaatsen en <br>sferen uit zijn jeugd. Een indrukwekkende plaat, die zijn motto, 'luisteren naar de wereld op een <br>muzikale manier', goed illustreert. Op Apollo * Atmospheres & Soundtracks *, waarvan <br>de bijbehorende maar pas later gecompleteerde bemande-ruimtevluchtdocumentaire For All <br>Mankind op het Us Film Festival '89 zowel de publieks - als de juryprijs krijgt, werkt hij samen met <br>de Canadees Daniel Lanois, met wie hij ook de U2-albums The Unforgettable Fire en The Joshua <br>Tree produceert. De derde man op Apollo * Atmospheres & Soundtracks * is zijn <br>jongere broer Roger Eno, die niet alleen een begenadigd pianist is maar ook een zekere fascinatie <br>heeft voor de therapeutische mogelijkheden van muziek. In '84 is Brian Eno een van de <br>opvallendste deelnemers aan de overzichtstentoonstelling van moderne videokunst, die dan <br>onder de titel Het Lumineuze Beeld in het Amsterdamse Stedelijk Museum plaatsvindt. Thursday <br>Afternoon is zijn eerste plaat die alleen op cd uitkomt en is zo geconstrueerd dat de laatste en de <br>eerste track in elkaar overlopen en aldus een voortdurende muzieksculptuur vormen. In '88 start <br>Eno het Opal-label, waarop platen verschijnen van o.a. de New-Yorkse formatie Hugo Largo en <br>broer Roger. Een jaar later is Eno de eerste buitenlandse producer die werkt met een Russische <br>groep in een Russische studio: de Moskovische formatie Zvuki Mu. Samen met collega Peter <br>Gabriel maakt hij deel uit van de internationale denktank Global Business Network. In '90 <br>hernieuwt hij de samenwerking met John Cale middels een gepolijst klinkende pop-CD, waarop hij <br>voor het eerst in dertien jaar ook weer als zanger te horen is. Het jaar daarop speelt Eno mee op <br>het Scavenger-album van de Amerikaanse folkrockgroep The Walkabouts. Hij coproduceert U2's <br>Achtung Baby en maakt de videobeelden voor de concerten van U2's daaropvolgende <br>wereldtournee. Begin jaren negentig komt de drukbezette cultuurfilosoof plotseling weer met <br>een stapel solo-albums: het instrumentale Nerve Net, dat weliswaar uit herkenbare stijlen put <br>maar in zijn totaliteit onnavolgbaar is en de ambient-werken The Shutov Assembly en :Neroli: <br>(Thinking Music Part Iv), waarvan de eerste is genoemd naar een Russische kunstenaar. Inmiddels <br>geniet Eno erkenning als een der grondleggers van de ambient-stroming, die dankzij talrijke <br>ambient-houseacts aan een opwaardering toe is. Vanaf'94 mag Eno zich Doctor of Technology <br>noemen na een eredoctoraat ontvangen te hebben aan de universiteit van Plymouth. Datzelfde <br>jaar organiseert hij ten bate van jonge slachtoffertjes van de oorlog in voormalig Joegoslavië de <br>kunst-expo annex veiling War Child, waaraan diverse artiesten belangeloos meewerken. Een van <br>hen is David Bowie. Met hem werkt Eno begin '95 opnieuw samen aan een album, volgens <br>dezelfde werkwijze als destijds in '77. Omdat Eno zich slechts zijdelings bemoeit met de <br>totstandkoming van Spinner, maakt deze gelegenheidsuitgave een halfslachtige indruk. Eno <br>concentreert zich dat jaar op andere zaken, zoals een bijdrage aan de filmmuziek van Heat, het <br>project Passengers met U2 en het schrijven van een dagboek dat, aangevuld met essays over <br>ambient en digitale technologieën, onder de opgeruimde titel A Year With Swollen Appendices, <br>verschijnt. Dat het werk van Eno, na te zijn omarmd door de ambient-scene ook erkend wordt in <br>klassieke muziekkringen, bewijzen enerzijds componist Philip Glass met een aangepast eerbetoon <br>aan de Bowie-Eno albums Heroes en Low, terwijl De Concertzender in een ruim twaalf uur <br>durende special Eno's muziek in al haar facetten ten gehore brengt. In juli '97 verschijnt het <br>ogenschijnlijk lichtvoetige The Drop dat op verschillende niveaus aan 'smans oudere ambient- <br>platen refereert en tegelijkertijd aan de instrumentale nummers van Nerve Net. Eno poogt op The <br>Drop het verwachtingspatroon die mensen hebben bij het horen van jazzinstrumenten te <br>doorbreken door ze in een onverwachte want elektronische context te plaatsen. Ter <br>ondersteuning van War Child brengt Eno een single uit in een oplage van slechts één exemplaar <br>met daarop een cover van Velvet Undergrounds White Light/White Heat. Tijdens een veiling <br>brengt het curiosum 40.000 pond op. Dan houdt Eno zich voor korte tijd met andere activiteiten <br>bezig. Zo spreekt hij zich uit over de culturele en sociologische wisselwerkingen in verleden, heden <br>en toekomst en componeert hij voor software-gigant Microsoft het standaard-geluidje bij het <br>programma Windows 95. Verder werkt hij met ontwerpers en uitvinders aan de Clock Of The Long <br>Now, een grootschalig project dat bedoelt een aantal klokken te bouwen die tienduizend jaar <br>moeten blijven tikken. Juni '99 staat Brian Eno uitgebreid in de belangstelling van de Nederlandse <br>media als de hoofdgast op het Holland Festival. Dit prestigieuze festival wordt door hem geopend <br>met een audiovisuele installatie in het Stedelijk Museum. Op verzoek van de organisatie maakt hij <br>bovendien een orkestbewerking van zijn ambient-compositie The Shutov Assembly en voert het <br>New-Yorkse ensemble Bang On A Can, Music For Airports uit op Schiphol. Het klankdecor van de <br>audiovisuele installatie is een voorbeeld van de muziek waar Eno zich de laatste jaren mee bezig <br>houdt: de zogenaamde 'generative music', oftewel muziek die zichzelf op onvoorspelbare wijze <br>'voortplant'. CD's met installatie- of generatieve muziek zijn echter niet in de winkel te krijgen <br>maar uitsluitend via internet. Gedurende bijna het hele jaar '00 klust hij als producer met Daniel <br>Lanois aan U2's All That You Can't Leave Behind. Een experimenteel werk dat evenmin op <br>reguliere wijze verkrijgbaar is, is de compositie Music For Civic Recovery Centre, geschreven in <br>opdracht van een bijzondere klanktentoonstelling georganiseerd door de Hayward Gallery in <br>Londen. De tentoonstelling gaat uit van een concept waarbij de perceptie van geluid een nieuwe <br>wending krijgt door middel van installaties en allerlei handelingen. Aandacht voor Eno's oude <br>ambientwerk is er ook in het nieuwe millennium: An Ending wordt door regisseur Steven <br>Soderbergh gebruikt voor zijn film Traffic. De jonge Duitser J. Peter Schwalm van de groep Slop <br>Shop blijkt de Eno-concepten voldoende onder de knie te hebben om met de meester het subtiel <br>gelaagde Drawn From Life te mogen maken, dat medio '01 verschijnt. Een eerder <br>samenwerkingsverband tussen beiden is Music For Onmouji, een gelimiteerde dubbel-cd waarvan <br>een met authentieke Japanse muziek. Eno's installaties zijn regelmatig te zien in internationaal <br>befaamde musea. Vanzelfsprekend worden deze multimedia-tentoonstellingen gekenmerkt door <br>een experimenteel karakter. Tijdens een van de installaties is te horen hoe Eno een falsetnoot <br>parallel aan straatgeluiden zingt, waarna de opname klinkt uit vier CD-spelers geprogrammeerd <br>met de shuffletoets. Mei '03 is de installatie Lydian Bells te bewonderen in het Londense Science <br>Museum. Hier bevindt zich ook het prototype van de Clock Of The Long Now. Het van dit project <br>afkomstige January 07003: Bell Studies For The Clock Of The Long Now bevat Eno's onderzoek naar <br>de klankkleur van kerk- en torenklokken en zijn interpretatie ervan per synthesizer. Cd's met de <br>muziek van zijn installaties zijn exclusief te koop via de online Enostore. Als muzikant en producer <br>werkt Eno aan een album van de groep James en met Pulp-zanger Jarvis Cocker levert hij in '03 <br>een bijdrage aan het albumproject Unkle van het Mo'Wax label. Ook is hij betrokken bij Hobo <br>Sapiens ('03) van John Cale. Another Day On Earth en Desert Island Selection zijn door Eno <br>geremasterde en geautoriseerde compilatieboxen; ze geven een overzichtelijk beeld van <br>respectievelijk zijn vocale en instrumentale kant. Eno's hele catalogus wordt vanaf '04 opnieuw op <br>cd uitgebracht, geremasterd en fraai verpakt. Na te hebben meegewerkt aan U2's studioplaat <br>How to Dismantle An Atomic Bomb, verschijnt in '05 een nieuwe soloplaat van Eno zelf, Another <br>Day On Earth, de eerste 'liedjesplaat' met heuse zang, sinds vijftien jaar. Fraaie elektronische <br>melodieën paren aan zijn aangenaam Engelse stem, alsof de tijd heeft stilgestaan. <br> <br>Bron: <br>OOR Popencyclopedie
Alle artikelen van Brian Eno
Lijst met gekozen artikelen om te vergelijken
Vergelijk artikelen- Waar wil je dit mee vergelijken? Je kan in totaal vier artikelen kiezen. Er is nog plaats voor andere artikelen. ander artikel.