A Year with Swollen Appendices Brian Eno's Diary

Afbeeldingen

Artikel vergelijken

  • Engels
  • Paperback
  • 9780571374625
  • 02 maart 2023
  • 480 pagina's
Alle productspecificaties

Brian Eno

Deze Britse musicus, componist en producer, maar ook
geluids- en videokunstenaar, slaagt er als een van de weinigen in om popmuziek en serieuze
muziek nader tot elkaar te laten komen. Brian Peter George St. John Le Baptiste De La Salle Eno
wordt geboren in het Engelse dorpje Woodbridge, in de regio Suffolk. Wanneer hij het gymnasium
heeft afgemaakt, volgen de kunstacademies van Ipswich en Winchester. Daar doet hij zijn eerste
kunsttheoretische denkbeelden op. Belangrijk in de vorming daarvan zijn de geschriften en
muziekstukken van John Cage (vooral: Silence) en de vriendschap met de avant-gardecomponist
Cornelius Cardew. Naar Cages adagium 'Kunst is een doelloos spelen met geluid' begint Eno hier
zijn Revox-experimenten. Zelf speelt hij geen enkel muziekinstrument, maar werkt met
elektronische geluidsapparatuur en een keten van bandrecorders. Een toenemende fascinatie
voor het popgebeuren doet hem in '68 met gitarist Anthony Grafton een groep beginnen: The
Maxwell Demon. Eno woont dan in Londen en werkt nauw samen met The Portsmouth Sinfonia.
Een ontmoeting met de avant-gardesaxofonist Andy Mackay leidt ertoe dat hij in '71 gevraagd
wordt voor de nieuw op te richten popgroep Roxy Music. Zijn steeds grotere rol in die groep leidt
spoedig tot een breuk met zanger/ songschrijver Bryan Ferry, gevolgd door zijn vertrek, zomer '73.
Hij is dan al ver gevorderd met het opnemen van een duoplaat met Robert Fripp, die in het najaar
van '73 uitkomt: No Pussyfootin'. Eno gaat vervolgens met de groep The Winkies op tournee en
werkt aan zijn eerste solo-album. Here Come The Warm Jets en Taking Tiger Mountain By Strategy
verschijnen in hetzelfde jaar en bevatten inventieve, melodieuze songs van tijdloze kwaliteit. Eno
heeft zich voor beide projecten omringd met een keur van kwaliteitsmusici: Robert Fripp, Phil
Manzanera, Chris Spedding, Bill McCormick, Paul Rudolph, Robert Wyatt en John Cale. In
overeenstemming met de opvattingen van de kunsttheoreticus Morse Peckham gaat het Eno om
het scheppen van geluid dat de luisteraar zo wel 'omringt' als verandert. Het werk van avant-
gardisten buiten de rock, als Lamonte Young en Terry Riley, is daarbij van grotere invloed dan dat
van contemporaine rock-artiesten, hoewel Eno in interviews herhaaldelijk ook The Velvet
Underground als belangrijke inspiratiebron noemt. Met John Cale en Nico (beiden ex-Velvets),
alsmede Kevin Ayers, maakt hij een korte tournee, hetgeen resulteert in een album. Another
Green World wordt alom erg gunstig ontvangen, waarna Eno zijn eigen Obscure Records begint,
dat zich voornamelijk op experimentele muziek richt. Op dit label verschijnen platen van Gavin
Bryars, Michael Nyman en Eno zelf: Discreet Music. Een belangrijke cd zo zal de komende jaren
blijken, want het bevat zijn eerste ambient-compositie. Samen met Phil Manzanera werkt Eno aan
het '801'-project. Met de Duitse kunstenaar Peter Schmidt maakt hij een soort kaartsysteem,
'more than 100 worthwhile dilemmas', dat Oblique Strategies heet en dat door Eno ook bij het
maken van zijn muziek als hulpmiddel gehanteerd wordt. Tevens werkt hij als producer, levert zijn
vijfde album Before And After Science af en maakt met de Duitse groep Cluster twee lang
speelplaten, Cluster And Eno en After The Heat, vol ongrijpbare sfeermuziek. Het is ook de tijd van
David Bowie's Berlijnse albums, waarop Eno als muzikant en componist in hoge mate zijn stempel
drukt. Een ander project is dat van de serie 'gebruiksmuziek', waarvan Discreet Music, Music For
Films en Ambient 1 Music For Airports de eerste concrete producten zijn. Zorgvuldig gecreëerde
afstandelijkheid en bewuste desoriëntatie zijn hier essentieel. Naar aanleiding van Music For Films
valt voor het eerst de term 'ambient' ('omringend') als omschrijving van zijn muziek - dit ter
onderscheiding van wat met de term 'muzak' wordt aangeduid. Bij Eno gaat het om de
dynamische interactie tussen mens en omgeving. In '80 continueert hij zijn 'low profile'-politiek
en zijn bijdragen aan Fourth World Vol. 1 Possible Musics en Ambient 2 The Plateaux Of Mirror zijn
dan ook vrij bescheiden. Intensiever is zijn 'wereldmuziek'-samenwerking met Talking Heads-
voorman David Byrne. Op Ambient 4 On Land onderneemt hij een speurtocht naar plaatsen en
sferen uit zijn jeugd. Een indrukwekkende plaat, die zijn motto, 'luisteren naar de wereld op een
muzikale manier', goed illustreert. Op Apollo * Atmospheres & Soundtracks *, waarvan
de bijbehorende maar pas later gecompleteerde bemande-ruimtevluchtdocumentaire For All
Mankind op het Us Film Festival '89 zowel de publieks - als de juryprijs krijgt, werkt hij samen met
de Canadees Daniel Lanois, met wie hij ook de U2-albums The Unforgettable Fire en The Joshua
Tree produceert. De derde man op Apollo * Atmospheres & Soundtracks * is zijn
jongere broer Roger Eno, die niet alleen een begenadigd pianist is maar ook een zekere fascinatie
heeft voor de therapeutische mogelijkheden van muziek. In '84 is Brian Eno een van de
opvallendste deelnemers aan de overzichtstentoonstelling van moderne videokunst, die dan
onder de titel Het Lumineuze Beeld in het Amsterdamse Stedelijk Museum plaatsvindt. Thursday
Afternoon is zijn eerste plaat die alleen op cd uitkomt en is zo geconstrueerd dat de laatste en de
eerste track in elkaar overlopen en aldus een voortdurende muzieksculptuur vormen. In '88 start
Eno het Opal-label, waarop platen verschijnen van o.a. de New-Yorkse formatie Hugo Largo en
broer Roger. Een jaar later is Eno de eerste buitenlandse producer die werkt met een Russische
groep in een Russische studio: de Moskovische formatie Zvuki Mu. Samen met collega Peter
Gabriel maakt hij deel uit van de internationale denktank Global Business Network. In '90
hernieuwt hij de samenwerking met John Cale middels een gepolijst klinkende pop-CD, waarop hij
voor het eerst in dertien jaar ook weer als zanger te horen is. Het jaar daarop speelt Eno mee op
het Scavenger-album van de Amerikaanse folkrockgroep The Walkabouts. Hij coproduceert U2's
Achtung Baby en maakt de videobeelden voor de concerten van U2's daaropvolgende
wereldtournee. Begin jaren negentig komt de drukbezette cultuurfilosoof plotseling weer met
een stapel solo-albums: het instrumentale Nerve Net, dat weliswaar uit herkenbare stijlen put
maar in zijn totaliteit onnavolgbaar is en de ambient-werken The Shutov Assembly en :Neroli:
(Thinking Music Part Iv), waarvan de eerste is genoemd naar een Russische kunstenaar. Inmiddels
geniet Eno erkenning als een der grondleggers van de ambient-stroming, die dankzij talrijke
ambient-houseacts aan een opwaardering toe is. Vanaf'94 mag Eno zich Doctor of Technology
noemen na een eredoctoraat ontvangen te hebben aan de universiteit van Plymouth. Datzelfde
jaar organiseert hij ten bate van jonge slachtoffertjes van de oorlog in voormalig Joegoslavië de
kunst-expo annex veiling War Child, waaraan diverse artiesten belangeloos meewerken. Een van
hen is David Bowie. Met hem werkt Eno begin '95 opnieuw samen aan een album, volgens
dezelfde werkwijze als destijds in '77. Omdat Eno zich slechts zijdelings bemoeit met de
totstandkoming van Spinner, maakt deze gelegenheidsuitgave een halfslachtige indruk. Eno
concentreert zich dat jaar op andere zaken, zoals een bijdrage aan de filmmuziek van Heat, het
project Passengers met U2 en het schrijven van een dagboek dat, aangevuld met essays over
ambient en digitale technologieën, onder de opgeruimde titel A Year With Swollen Appendices,
verschijnt. Dat het werk van Eno, na te zijn omarmd door de ambient-scene ook erkend wordt in
klassieke muziekkringen, bewijzen enerzijds componist Philip Glass met een aangepast eerbetoon
aan de Bowie-Eno albums Heroes en Low, terwijl De Concertzender in een ruim twaalf uur
durende special Eno's muziek in al haar facetten ten gehore brengt. In juli '97 verschijnt het
ogenschijnlijk lichtvoetige The Drop dat op verschillende niveaus aan 'smans oudere ambient-
platen refereert en tegelijkertijd aan de instrumentale nummers van Nerve Net. Eno poogt op The
Drop het verwachtingspatroon die mensen hebben bij het horen van jazzinstrumenten te
doorbreken door ze in een onverwachte want elektronische context te plaatsen. Ter
ondersteuning van War Child brengt Eno een single uit in een oplage van slechts één exemplaar
met daarop een cover van Velvet Undergrounds White Light/White Heat. Tijdens een veiling
brengt het curiosum 40.000 pond op. Dan houdt Eno zich voor korte tijd met andere activiteiten
bezig. Zo spreekt hij zich uit over de culturele en sociologische wisselwerkingen in verleden, heden
en toekomst en componeert hij voor software-gigant Microsoft het standaard-geluidje bij het
programma Windows 95. Verder werkt hij met ontwerpers en uitvinders aan de Clock Of The Long
Now, een grootschalig project dat bedoelt een aantal klokken te bouwen die tienduizend jaar
moeten blijven tikken. Juni '99 staat Brian Eno uitgebreid in de belangstelling van de Nederlandse
media als de hoofdgast op het Holland Festival. Dit prestigieuze festival wordt door hem geopend
met een audiovisuele installatie in het Stedelijk Museum. Op verzoek van de organisatie maakt hij
bovendien een orkestbewerking van zijn ambient-compositie The Shutov Assembly en voert het
New-Yorkse ensemble Bang On A Can, Music For Airports uit op Schiphol. Het klankdecor van de
audiovisuele installatie is een voorbeeld van de muziek waar Eno zich de laatste jaren mee bezig
houdt: de zogenaamde 'generative music', oftewel muziek die zichzelf op onvoorspelbare wijze
'voortplant'. CD's met installatie- of generatieve muziek zijn echter niet in de winkel te krijgen
maar uitsluitend via internet. Gedurende bijna het hele jaar '00 klust hij als producer met Daniel
Lanois aan U2's All That You Can't Leave Behind. Een experimenteel werk dat evenmin op
reguliere wijze verkrijgbaar is, is de compositie Music For Civic Recovery Centre, geschreven in
opdracht van een bijzondere klanktentoonstelling georganiseerd door de Hayward Gallery in
Londen. De tentoonstelling gaat uit van een concept waarbij de perceptie van geluid een nieuwe
wending krijgt door middel van installaties en allerlei handelingen. Aandacht voor Eno's oude
ambientwerk is er ook in het nieuwe millennium: An Ending wordt door regisseur Steven
Soderbergh gebruikt voor zijn film Traffic. De jonge Duitser J. Peter Schwalm van de groep Slop
Shop blijkt de Eno-concepten voldoende onder de knie te hebben om met de meester het subtiel
gelaagde Drawn From Life te mogen maken, dat medio '01 verschijnt. Een eerder
samenwerkingsverband tussen beiden is Music For Onmouji, een gelimiteerde dubbel-cd waarvan
een met authentieke Japanse muziek. Eno's installaties zijn regelmatig te zien in internationaal
befaamde musea. Vanzelfsprekend worden deze multimedia-tentoonstellingen gekenmerkt door
een experimenteel karakter. Tijdens een van de installaties is te horen hoe Eno een falsetnoot
parallel aan straatgeluiden zingt, waarna de opname klinkt uit vier CD-spelers geprogrammeerd
met de shuffletoets. Mei '03 is de installatie Lydian Bells te bewonderen in het Londense Science
Museum. Hier bevindt zich ook het prototype van de Clock Of The Long Now. Het van dit project
afkomstige January 07003: Bell Studies For The Clock Of The Long Now bevat Eno's onderzoek naar
de klankkleur van kerk- en torenklokken en zijn interpretatie ervan per synthesizer. Cd's met de
muziek van zijn installaties zijn exclusief te koop via de online Enostore. Als muzikant en producer
werkt Eno aan een album van de groep James en met Pulp-zanger Jarvis Cocker levert hij in '03
een bijdrage aan het albumproject Unkle van het Mo'Wax label. Ook is hij betrokken bij Hobo
Sapiens ('03) van John Cale. Another Day On Earth en Desert Island Selection zijn door Eno
geremasterde en geautoriseerde compilatieboxen; ze geven een overzichtelijk beeld van
respectievelijk zijn vocale en instrumentale kant. Eno's hele catalogus wordt vanaf '04 opnieuw op
cd uitgebracht, geremasterd en fraai verpakt. Na te hebben meegewerkt aan U2's studioplaat
How to Dismantle An Atomic Bomb, verschijnt in '05 een nieuwe soloplaat van Eno zelf, Another
Day On Earth, de eerste 'liedjesplaat' met heuse zang, sinds vijftien jaar. Fraaie elektronische
melodieën paren aan zijn aangenaam Engelse stem, alsof de tijd heeft stilgestaan.

Bron:
OOR Popencyclopedie

Samenvatting

The diary and essays of Brian Eno republished twenty-five years on with a new introduction by the artist in a beautiful hardback edition.

'One of the seminal books about music .



Productspecificaties

Inhoud

Taal
en
Bindwijze
Paperback
Oorspronkelijke releasedatum
02 maart 2023
Aantal pagina's
480
Illustraties
Nee

Betrokkenen

Hoofdauteur
Brian Eno
Hoofduitgeverij
Faber & Faber

Overige kenmerken

Editie
Main
Product breedte
145 mm
Product hoogte
30 mm
Product lengte
210 mm
Studieboek
Nee
Verpakking breedte
144 mm
Verpakking hoogte
32 mm
Verpakking lengte
212 mm
Verpakkingsgewicht
813 g

EAN

EAN
9780571374625

Je vindt dit artikel in

Taal
Engels
Boek, ebook of luisterboek?
Boek
Beschikbaarheid
Leverbaar
Studieboek of algemeen
Algemene boeken
Nog geen reviews

Kies gewenste uitvoering

Bindwijze : Paperback

Prijsinformatie en bestellen

De prijs van dit product is 19 euro en 95 cent.
Uiterlijk 31 mei in huis
Verkoop door bol
  • Gratis verzending door bol vanaf 20 euro
  • Ophalen bij een bol afhaalpunt mogelijk
  • 30 dagen bedenktijd en gratis retourneren
  • Dag en nacht klantenservice