Thirty Songs

De Hongaarse Franz Liszt was componist en een van de grootste pianovirtuoos aller tijden. Hij was tevens een succesvol en vooraanstaand pianoleraar en daarnaast een groot muziekhervormer of -vernieuwer. Het symfonisch gedicht en het pianorecital worden aan zijn naam toegeschreven. Franz Liszt leven speelde zich voornamelijk af itussen Wenen en Parijs en zijn latere jaren tussen Weimar, waar hij hofkapelmeester was, Boedapest en Rome, waar hij zijn wijding ontving.

De meeste van Liszts composities zijn berucht ovanwege van de hoge technische eisen die aan de pianist worden gesteld. Zijn werk omvat onder meer twaalf symfonische gedichten (S.95 t/m 107), twee pianoconcerten (S.124 en 125) en diverse zeer uiteenlopende werken voor solo-piano. Tot zijn bekendere werk behoren de ""Hongaarse Rapsodieën"" (S.244), de Transcendentale Etudes (S.139), de ""Faust-symfonie"" (S.108), de Sonate in b mineur (S.178), de Dante Sonate (S.158) en de ""Années de Pèlerinage"" (S.160 t/m 163). Van de meeste symfonische werken bestaan meerdere versies (ookwel 'fassungen' genoemd), waarvan in de concertpraktijk meestal de laatste versie wordt gebruikt.

Tot in de laatste dagen van zijn leven reisde Liszt door Europa. Vlak voor zijn overlijden werd hij, na een zeer succesvol concerttournee door Engeland en Frankrijk, verkouden, hetgeen spoedig overging in een longontsteking. Hiervan zou hij niet meer herstellen.