Gras verticuteren

Een verticuteermachine heeft een aantal scherpe messen. Deze messen snijden tijdens het verticuteren de wortels van de mossen door. De mossen sterven daardoor af, waardoor je ze na het verticuteren met een hark gemakkelijk uit het gazon kan harken. Om nieuwe mosvorming te voorkomen, kun je je gazon beluchten. Mos groeit op plekken waar het vochtig is. Een verticuteermachine met beluchter maakt gaatjes in de bodem waardoor water sneller weg kan lopen, zodat nieuw mos niet kan groeien. Dankzij verticuteren en beluchten kan water, licht en lucht weer gemakkelijk door het gazon worden opgenomen.

Als de viltlaag op je gazon te dik wordt, is het tijd om te verticuteren. Dit kan je 1 of 2 keer per jaar doen. De eerste keer verticuteren doe je wanneer er geen kans meer is op nachtvorst. Een vorstvrij klimaat is namelijk belangrijk voor het herstel van de bodem. Vaak is dit rond eind april of begin mei. Kies een vochtige dag uit om te verticuteren, vocht bevordert namelijk het herstel van de bodem. Of bevochtig het gazon met de tuinsproeier. Maai vervolgens het gazon en verwijder na afloop het losse gras.

Na het maaien pak je de verticuteermachine en stel je de gewenste diepte in. Bij een dikke viltlaag volstaat een diepte van ongeveer 1 cm. Bij een dunne viltlaag kun je de diepte instellen op 0,5 cm. Verticuteer vervolgens het gazon zowel in de lengte als de breedte richting voor het beste resultaat. Hark na het verticuteren de dode mossen uit het gazon.

Na het verwijderen van het overtollige mos en vilt kan het gazon er ‘kaal’ uitzien. Om het gazon weer in topconditie te krijgen, dien je de kale plekken bij te zaaien met graszaad en het gazon te bemesten. Als je gazon na de zomer er niet al te best meer uitziet, kan je in het najaar nogmaals verticuteren. Doe dit dan voor de eerste nachtvorst, bij voorkeur voor het einde van september.