Big Country
In de nadagen van de eerste punkgolf vormt Adamson <br>met zanger Richard Jobson de spil van de uit het Schotse Dunfermline afkomstige Skids. De groep <br>produceert melodieuze punk met hooggegrepen, naargeestige teksten en is vooral als live-groep <br>indrukwekkend. Hun debuutelpee Scared To Dance behoort tot de beste new wave-produkties <br>van '79. De dalende kwalitatieve lijn die de hierna uitgebrachte reeks elpees kenmerkt, mondt ten <br>slotte uit in het creatieve dieptepunt Joy, gemaakt zonder Adamson, die vanwege onenigheid over <br>de muzikale koers is opgestapt. Na Joy kampen Jobson en zijn begeleiders met soortgelijke <br>onderlinge geschillen en de breuk is een feit. Exit Skids. Jobson gaat zich toeleggen op poëzie en <br>toneel, hetgeen de literaire tendens op zijn solo-elpees Ten Thirty On A Summer Night, An <br>Afternoon In Company en 16 Years Of Alcohol verklaart. Adamson trekt zich terug in zijn <br>woonplaats Dunfermline om met stadgenoot Watson de voorbereidingen voor een nieuw <br>groepsconcept te treffen. Men vertrekt met enig songmateriaal naar Londen om een demo op te <br>nemen en ontmoet daar de studiomusici Butler en Brzezicki. Muzikaal klikt het meteen en Big <br>Country is een feit. Met de onder produktionele leiding van Steve Lillywhite opgenomen elpee The <br>Crossing breekt Big Country vervolgens op grote schaal door. De groep wordt door pers en publiek <br>lovend binnengehaald, niet in het minst vanwege de unieke en uiterst oorspronkelijke muzikale <br>stijl: een opzwepende mengeling van Keltische volksmuziek en door gitaren gedomineerde, <br>furieuze kwaliteitspop. Vooral de strijdbare teksten en de als een doedelzak klinkende gitaar van <br>Adamson trekken de aandacht. Intussen heeft Jobson met gitarist John McGeoch, toetsenman <br>Evan Charles, bassist Russell Webb en drummer John Doyle The Armoury Show opgericht, maar <br>blijft daarmee ver achter bij de successen van Big Country, van wie al snel de met b-kantjes, een 12 <br>inch-mix en enkele nieuwe nummers gevulde mini-elpee Big Country - in de Verenigde Staten <br>roulerend onder de titel Wonderland met één nummer minder - en de officiële tweede elpee <br>Steeltown verschijnen. Deze laatste laat Big Country van een andere kant zien: het <br>doedelzakgeluid is voor het grootste deel verdwenen, de muziek is - evenals de teksten - feller <br>geworden en de algehele atmosfeer van de plaat is aanmerkelijk minder optimistisch en glorieus <br>dan op The Crossing. De van de plaat getrokken singles bereiken echter niet het gewenste <br>resultaat. Het vuur lijkt enigszins gedoofd. Schijnbaar gebruikmakend van de tanende populariteit <br>van Big Country doet The Armoury Show medio '85 een gooi naar de hoogste eer met hun <br>debuutelpee Waiting For The Floods, die goeddeels ten onder gaat in opgeklopte poses en <br>overgeproduceerde bombast. Kort daarna valt The Armoury Show uiteen, om - ondanks <br>revalidatiepogingen van Jobson - nooit meer de oude te worden. Voorafgegaan door lange <br>periodes van stilte verschijnen van Big Country vervolgens The Seer en Peace In Our Time, die een <br>steeds lichtvoetiger en traditioneler rockgeluid laten horen en waarop duidelijk meer aandacht is <br>geschonken aan inhoud dan aan vorm. In '89 toert de groep intensief door Europa. <br> <br>Bron: <br>OOR Popencyclopedie
Alle artikelen van Big Country
Lijst met gekozen artikelen om te vergelijken
- Waar wil je dit mee vergelijken? Je kan in totaal vier artikelen kiezen. Er is nog plaats voor andere artikelen. ander artikel.