Claw Boys Claw
Amsterdamse rockband en voornaamste telg uit het <br>geslacht der Suspenders, een vrolijk maar weinig succesvol clubje Gruppo-punks dat onder leiding <br>van gitarist Allard Jolles in september '81 gedeeltelijk overgaat in L'Attentat. Daarin moeten de <br>postmoderne experimentele klanken het al snel afleggen tegen de rock & roll- <br>voorkeuren van Jolles en medegitarist Daan Akkerman. In de loop der jaren ontwikkelt L'Attentat <br>zich in de richting van 'roots'-rock & roll, Dr. Feelgood-achtige pubrock en Status Quo- <br>boogie, een mix die op Making It Up en Big Love Time zijn definitieve vorm bereikt. Voorjaar '83 <br>besluit Jolles in een dubbelrol tevens tot oprichting van Claw Boys Claw, samen met ex <br>Suspenders-zangeres Bobbie Rossini op bas en John Cameron (ex-Odorex) op gitaar, waarbij <br>hijzelf achter de drumkit plaatsneemt. Na het aantrekken van zanger annex grafisch ontwerper <br>Peter te Bos (ex-mannenkoor) krijgt het groepsgeluid gestalte onder invloed van rock & <br>roll, psychedelica en acid-punk en specifieke inspiratoren als The Gun Club en The Stooges. Met <br>het in november '83 bij een plaatselijke talentenjacht gewonnen prijzengeld van 500 gulden wordt <br>in slechts drie uur tijd Shocking Shades Of Claw Boys Claw opgenomen. De plaat, die in mei '84 <br>uitkomt op het eigen Hipcat-label, slaat ondanks de ondermaatse geluidskwaliteit in als een bom <br>en brengt de carriè re van de groep in een aanzienlijke stroomversnelling. Binnen luttele weken is <br>Claw Boys Claw een bekende naam en een trekpleister op de clubpodia, waar men bovendien een <br>reputatie te genieten krijgt als de meest opwindende live-band van Nederland. Het in juni '85 <br>uitgebrachte Now!, opgenomen tijdens een concert in november '84, vormt daarvan een <br>overtuigend bewijs. In mei '85 verlaat Jolles de band om zich geheel te kunnen concentreren op <br>L'Attentat. Met nieuwe drummer Marius Schrader (ex-Pilots) bouwen de Claw Boys dat jaar <br>gestaag verder aan hun populariteit, om in '86 definitief bovengronds te komen via onder meer <br>een zeer succesvol optreden op Pinkpop en een langlopend contract met Polydor. Het in Engeland <br>door Vic Maile geproduceerde With Love From The Boys, uitgebracht in juni '86, is het vlakke <br>debuut voor dat label, maar men revancheert zich een jaar later met Crack My Nut, opgenomen in <br>de Berlijnse Hansa-studio's met de Australische producer Victor Van Vught. Buitenlandse <br>optredens (o.a. op het Deense Roskilde-festival), een heuse kerstsingle (Blue Bells) en het winnen <br>van de Bv Pop-prijs '87 houden in de tussentijd de gemoederen warm. Medio '87 wordt Shocking <br>Shades Of Claw Boys Claw door Polydor opnieuw uitgebracht, terwijl de overige eigen beheer- <br>produkten van de band (de mini Now!, de single So Mean en de 12-inch Indian Wallpaper) onder <br>de officieuze subtitel 3 In 1 verzameld worden op Claw Boys Claw. In juli '88 treedt de groep op in <br>New York tijdens het New Music Seminar. Ondanks het aanhoudende live-succes kwakkelt de <br>groep met de plaatverkoop, reden voor Polydor om het contract te beë indigen. In oktober '88 <br>verschijnt Hitkillers, een verzameling covers van nederpopklassiekers. De CD-uitvoering bevat als <br>extra The Beast Of Claw Boys Claw, een opnieuw opgenomen verzameling hoogtepunten uit het <br>voorafgaande oeuvre van de band. Hitkillers levert de groep wederom veel aandacht en een goed <br>bezochte tournee op, maar ondanks veel airplay wordt de single Dracula geen hit. In februari '89 <br>wordt bekendgemaakt dat de ritmesectie de band verlaten heeft. Vervangers worden bassist <br>Arno Kooy en drummer Marc Lamb, beiden ex-Agentz. In de nazomer van '90 verschijnt Angelbite, <br>gortdroog opgenomen en zonder veel poespas geproduceerd door Steve Parker (technicus van <br>o.a. The Fall en Mathilde Santing). Ter promotie doet de band veel optredens, die diepe indruk <br>maken door de gedreven inzet, een technisch veel beter zingende Te Bos en een verrassend <br>akoestisch intermezzo als apotheose, die een net tot kookpunt gebrachte zaal tot ademloze stilte <br>weet te brengen. Eind juni '91 staan de Claw Boys voor ruim 300 000 toehoorders op het Haagse <br>Parkpop-festival. Intussen neemt Geert de Groot (ex-Fatal Flowers) de plaats in van Kooy. Eind '92 <br>verschijnt Sugar, waarop de met Angelbite ingezette koerswijziging definitief haar beslag krijgt. <br>Dankzij de spirituele produktie van Urban Dance Squad-drummer Magic Stick komt de broeierige <br>moerasrock van de groep beter tot haar recht dan ooit. Ook scoren de voormalige 'hitkillers' hun <br>eerste Top 40-hit met het ingetogen Rosie. Een geruchtmakend gesprek in de tv-talkshow Karel <br>maakt van Te Bos op slag een bekende Nederlander. In '93 laat ook de oude ritmesectie <br>Rossini/Schrader weer van zich horen: de eerste met haar in '92 gestarte ruige meidenband Chicas <br>Del Rock, laatstgenoemde als tijdelijke drummer van Shine. Marc Lamb houdt er vanaf '91 de <br>hobbyband Dirty Underwear op na (genre: house-metal). Het gevarieerde Nipple wordt <br>opgenomen in de oefenruimte met Luc Suè r achter de knoppen. De plaat ligt in het verlengde van <br>Sugar, maar weet het succes ervan niet te evenaren. Na twee jaar van betrekkelijke stilte <br>besteedt de groep de eerste helft van '97 aan het opnemen van Will-O-The-Wisp in Praag en <br>Amsterdam onder leiding van producers Henk Jonkers (ex-Fatal Flowers) en Frank van der Weij. <br>De in de grote zaal van Paradiso opgenomen single Why Don't You Grow fungeert als visitekaartje <br>voor het meest sfeervolle Cbc album tot nu toe. <br> <br>Bron: OOR Popencyclopedie
Muziek van Claw Boys Claw
Lijst met gekozen artikelen om te vergelijken
- Waar wil je dit mee vergelijken? Je kan in totaal vier artikelen kiezen. Er is nog plaats voor andere artikelen. ander artikel.