Glider Pilots at Arnhem

Geschreven bij Glider Pilots at Arnhem

Dit boek is een van de betere Britse werken over luchtlandingsoperatie Market ten noorden van de Neder-Rijn. Eisenhowers toestemming voor operatie Market Garden week niet af van zijn breed frontstrategie en deze operatie was een bruggenhoofdoperatie. Het operatiedoel was een bruggenhoofd vormen tussen Arnhem en het IJsselmeer dat kon dienen als uitvalsbasis voor een offensief Duitsland in. De auteur is onvoldoende op de hoogte van het einddoel van de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie: vorming van een bruggenhoofd tussen de Westerbouwing en Westervoort met daarin opgenomen ten minste één oeververbinding. De Rijnbrug was niet het hoofddoel, wel een voornaam doel. De auteur beseft onvoldoende dat de drie evenwijdige opmarsroutes van de parachutistenbataljons naar het oosten dienden voor de opbouw van het bruggenhoofd van zuid naar noord. Het 3de bataljon moest niet naar de brug ter versterking van het 2de bataljon (p. 59), maar naar gebied ten noorden van de brug, De auteur geeft wel een uitstekende beschrijving van de activiteiten van het Glider Pilot Regiment; de overtocht van Engeland naar Nederland; de landingsterreinen (LZ) en de strijd van zweefvliegtuigpiloten. Deze piloten streden mee als total soldiers, vooral in Oosterbeek. De titel is dan ook misleidend, omdat slechts een klein deel van de piloten streed in Arnhem. Het regiment had met 359 gesneuvelden feitelijk opgehouden te bestaan. De auteur baseert zijn tekst voornamelijk op primaire bronnen, onder meer correspondentie met piloten. Zijn werk is onmiskenbaar een eerbetoon aan de zweefvliegtuigpiloten. Helaas bevat het boek ook een aantal onjuistheden, waaronder het gebruik van Holland voor Nederland; brug over de spoorlijn bij de Schelmseweg voor spoorbrug over de Utrechtseweg (127); Naval Manning Battalion 100 voor NMB 10; plaatsing in Arnhem van de landingsterreinen ten noorden en ten westen van Wolfheze en dus ook vliegen naar Arnhem en van de Ginkelse Heide oprukken naar Arnhem en niet naar gebied ten noorden van Arnhem (p. 149); het door de veerman en niet de eigenaar op 20 en niet 21 september onklaar maken van het veer bij Driel (p. 231); verdediging van Oosterbeek in plaats van de perimeter in Oosterbeek (p. 235); de Britse divisiearts Warrack als initiatiefnemer van een wapenstilstand en niet de Duitse divisiearts Skalka (p. 265); Myers noemen als aanwezig in Valburg op 24 september in plaats van de Britse verbindingsofficier Stevens (p. 266); en de Britse brigadier Essame noemen als commandant van de 217de in plaats van de 214de brigade (p. 279). Onjuist is ook het aantal boten bij de evacuatie van de Britten uit Oosterbeek. De Britse 553 (niet 533) en 260 Field Company, Royal Engineers gebruikten in beide sectoren geen zestien maar acht boten. De 20 en 23 Canadian Field Companies gebruikten in de westelijke sector geen veertien maar acht boten en in de oostelijke sector veertien. De auteur heeft helaas geen idee van de situatie van de troepen onder Frost. Die hadden verdedigende posities ingenomen in gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de brug. Ze konden geen bruggenhoofd vormen (p. 59, 126) en de brug niet bereiken. De auteur beweert dat ze het noordelijk einde van de verkeersbrug veroverden; zich op en onder de brug (in het water) bevonden; rondom de brug streden (p. 108, 118-119, 124, 126, 155, 188-189, 195); en de brug beheersten (p. 163, 196, 213, 300). Hij spreekt zelfs over een slag om de brug (p. 168, 236) en herovering van de brug door Duitsers (p. 213, 234). Operatie Market Garden duurde niet van 17 tot 26 maar tot 21 september 1944. Luchtlandingsoperatie Market ten noorden van de Neder-Rijn was 19 september volledig mislukt. De nasleep rond Hartenstein duurde nog tot 25 september. Grondoperatie Garden was 21 september vastlopen op een Duitse blokkade en volledig mislukt. De 22 september door Eisenhower goedgekeurde Brits-Amerikaanse vervolgoperatie Gatwick beoogde vorming van bruggenhoofden bij Wesel en Keulen.