Begrijpend Lezen B - Kerndoeltrainer In serie Kerndoeltrainer Begrijpend Lezen kunnen kinderen oefenen met dat onderdeel van de leerlijn begrijpend lezen waarmee ze moeite hebben

Lezen is misschien wel het belangrijkste dat je leert. Denk maar eens na hoeveel dingen om je heen met lezen te maken hebben. Als je daarbij ook nog begrijpt wat je leest, dan kom je vanzelf verder in het leven. Toch is begrijpend lezen vaak een van de lastigste onderdelen van taal en vormt het een struikelblok voor veel kinderen. Waarom lees ik dit verhaal? Hoe maak ik deze taart? Wat vind ik van die mening? Wat weet ik van het zonnestelsel? Zomaar wat vragen die je tijdens het lezen kunt stellen en waarop je graag antwoorden wil hebben.

Kerndoeltrainer Begrijpend Lezen helpt daarbij. Doordat het aansluit op kerndoelen 4 t/m 9 omvat deze serie de volledige leerlijn begrijpend lezen. In elke les staat één van deze leerdoelen centraal en zijn de instructietekst en een aantal opdrachten hierop afgestemd. Eerder behandelde doelen worden regelmatig herhaald, zodat deze goed ingeoefend kunnen worden. De mixlessen 10 en 20 kunnen eventueel als toets ingezet worden, omdat daar alles uit de voorgaande lessen herhaald wordt. Achterin staat het overzicht van de gehele leerlijn begrijpend lezen.

Alle teksten en opdrachten in deel B passen bij het technisch- en begrijpend leesniveau van de gemiddelde lezer aan het eind van groep 4 of halverwege groep 5.

In Kerndoeltrainer Begrijpend Lezen B komen de volgende leerdoelen aan bod:

Tekstdoel
In de lessen 1 en 2 worden de begrippen verhaaltekst en weettekst herhaald. Het begrip doetekst wordt
aangeboden met de bijbehorende tekstdoelen en tekstvormen.

Tekststructuur
In de lessen 13, 14, 17 en 18 komen voor het eerst signaalwoorden aan bod. Ook wordt er geoefend met het herkennen van verwijswoorden.

Woordenschat
In de lessen 5, 9, 11, 12 wordt op verschillende manieren geoefend hoe de betekenis van moeilijke woorden uit de tekst achterhaald kan worden.

Samenvatten
In de lessen 6, 7, 8 en 19 wordt het onderscheid gemaakt tussen wat belangrijke informatie is in de tekst en wat niet. Met de belangrijkste informatie wordt de tekst in het kort verteld.

Voorspellen
In de lessen 3 en 4 wordt, voorafgaand aan het lezen, voorspeld waar de tekst over gaat aan de hand van de titel, tussenkopjes en het plaatje. Ook wordt de voorkennis over het onderwerp geactiveerd.

Vragen stellen
In de lessen 15 en 16 wordt geoefend met het stellen van vragen na het lezen van de tekst en het zoeken naar het bijbehorende antwoord.