Riviera Lazeri - Martinu: Cello Sonatas (CD) Sonaten für Cello & Klavier Nr.1-3

Elk van de drie cellosonates van Bohuslav Martinů (1890-1959) behoort tot een belangrijke periode of gebeurtenis in zijn leven. De eerste, gecomponeerd in mei 1939, lijkt onuitwisbaar getekend door de spanning en de angst die Europa in hun greep hielden in de maanden voor het uitbreken van de oorlog, hoewel de componist ook een crisis doormaakte in zijn persoonlijke leven, omdat hij de laatste tijd een intense buitenechtelijke affaire had gehad met Vítězslava Kaprálová, een jonge componiste en dirigente.
De Eerste Sonate is een gespannen en vaak boos werk, zelfs in het broedende middendeel, en de stemming zet zich voort in het begin van de Tweede , dat een van de eerste werken was die Martinů voltooide na zijn emigratie naar de VS met zijn vrouw en kinderen. Ook dit was een periode van stress en heimwee, wat te horen is aan het Tsjechische karakter van de melodieën die in de loop van de sonate sterker worden, totdat de finale een synthese vormt van oude en nieuwe werelden met een fusie van jazz en Boheemse volksmelodie.
Zoals veel van Martinů's latere muziek, zoals de laatste symfonie en De Griekse Passie, is de Derde Sonate uit 1952 ongrijpbaarder - vaak bijna naïef van karakter, en vindt bevrijding in een neoklassieke gigue die misschien symbool staat voor de componist die in het reine komt met een thuisland waarvan hij de grond nooit meer zou aanraken. Veel cellisten van naam hebben zich aangetrokken gevoeld tot deze compacte maar uitdagende werken, en het publiek met hen. Rivera Lazeri is een Italiaanse cellist die zich thuis voelt in de wereld van de nieuwe muziek. Hij wordt hier bijgestaan door een pianist, David Boldrini, die veelgeprezen Brilliant Classics albums heeft gemaakt met muziek van o.a. Cimarosa en Czerny.

Bohuslav Jan Martinů was een van de meest opmerkelijke, succesvolle en productieve Tsjechische componisten van de 20e eeuw, componerend in alle bestaande genres en vormen. Hij was violist in het Tsjechisch Filharmonisch Orkest, en studeerde kort bij de Tsjechische componist en violist Josef Suk. Na zijn vertrek uit Tsjecho-Slowakije in 1923 naar Parijs, trok Martinů zich bewust terug uit de Romantische stijl waarin hij was opgeleid. In de jaren 1920 experimenteerde hij met moderne Franse stijlontwikkelingen en nam hij ook jazz idiomen over. Begin jaren dertig vond hij zijn meest persoonlijke compositiestijl: het neoclassicisme, doordrenkt met Tsjechische folkloristische elementen, waarbij hij in zijn hele oeuvre gebruik maakte van Boheemse en Moravische volksmelodieën.
Deze nieuwe opname presenteert de drie cellosonates uit de periode 1939-1952, muziek boordevol ideeën en emoties, zowel grimmig en donker (de verschrikkingen van WO II weerspiegelend) als lyrisch en vrolijk, steeds de culturele achtergrond van de componist verradend.
De Albanese celliste Riviera Lazeri studeerde aan het Luigi Cherubini Conservatorium in Florence bij Andrea Nannoni. Zij volgde ook masterclasses bij Franco Maggio Ormezowsky, Mstislav Rostropovich en Lynn Harrell. David Boldrini is een musicus die zich even goed thuis voelt in de rol van pianist, dirigent, componist en organist.