Trio Trilli - Music for Oboe, Clarinet & Bassoon by Lutoslawski, Veress, Juon & Schulhoff (CD) Musik für für Oboe, Klarinette & Fagott

Een origineel kwartet van 20e-eeuwse blaastrio's, uniek gekoppeld op plaat en uitgevoerd door een ensemble van vooraanstaande Italiaanse musici die met veel van 's werelds grootste orkesten hebben gewerkt.

De combinatie van hobo, klarinet en fagot trok verschillende Franse componisten aan in de eerste helft van de vorige eeuw en inspireerde geestige en elegante divertissements van onder andere Ibert, Francaix en Poulenc. Maar het karakter van het trio had een aantrekkingskracht op componisten van verder weg, zoals dit album laat zien, en die aantrekkingskracht was geenszins beperkt tot 'lichte muziek', ook al deelt alle muziek op dit album - uit Zwitserland, Polen, Tsjechië en Hongarije - een lichtheid en luchtigheid van textuur.

De componisten uit Oost-Europa - Lutosławski, Schulhoff en Veress - hebben allemaal geleden onder totalitaire regimes, en Schulhoff stierf door toedoen van de nazi's, maar hun pijnlijke geschiedenis werpt geen lange schaduw over de stukken op dit album. In feite ligt de oorsprong van Lutosławski's Trio precies in de oefeningen van contrapunt die hij realiseerde in de winter van 1944-5, toen hij samen met zijn moeder Warschau moest ontvluchten na de gevolgen van de Opstand van Warschau. Het Trio is een eigenzinnig, rusteloos experimenteel werk, zoals de componist later verklaarde: 'Ik probeerde mijn draai te vinden in de wereld van de vrije tonaliteit. [...] Ik koos blaasinstrumenten omdat mijn onderzoek naar toonhoogte, ritme en de organisatie van geluid met hun hulp op de eenvoudigste manier kon worden uitgevoerd.'

Het blaastrio als laboratorium had ook aantrekkingskracht op Sandor Veress, die een zeer persoonlijke synthese vond van zijn eigen onderzoek naar Hongaarse volksliederen met de 12-toonstheorieën van de Tweede Weense School. De buitenste delen van zijn Sonatina zitten vol met de gekke humor van zijn landgenoot Ligeti, terwijl het centrale Andante een gracieus memorabel thema op de fagot introduceert. Schulhoffs Divertissement is natuurlijk het meest Frans klinkende werk op het album, een set van zeven compacte karakterschetsen waaronder een Charleston (nr. 4) en 'Florida' (nr. 6).

Paul Juon, in sommige kringen bekend als de 'Russische Brahms' uit zijn geboorteland, is de minst bekende figuur hier, maar niet de minst bekwame, en zijn Arabesque is een substantiële, vierdelige structuur die in mooie stijl wordt gelanceerd door Commodo beweging met echo's van Nielsen op zijn luchtigst, gevolgd door een zangerig Larghetto, een Menuet dat 18e-eeuwse manieren parodieert, en een onstuimige finale met een meer reflectief intermezzo.

Deze sterke concept-cd presenteert originele werken geschreven voor hobo, klarinet en fagot door vier 20e-eeuwse componisten: Lutoslawski, Schulhoff, Veress en Juon.
De zeldzame combinatie van drie rietinstrumenten stelt de componist voor een bijzondere uitdaging om zowel hun verwantschap als hun individuele kwaliteiten te laten horen. Wat ze delen is hun vermogen voor zowel de wendbare/virtuoze stijl als de zachte klank: de juxtapositie van het speelse/groteske en het lyrische biedt eindeloze mogelijkheden.
De werken van de vier componisten laten hun individuele stijlen horen, die allemaal gebaseerd zijn op traditionele patronen uit hun geboorteland en -cultuur.
Gespeeld door drie Italiaanse topsolisten, die hun liefde delen voor hun instrumenten en de muziek die ervoor geschreven is.