Aan de rand van de tijd

“Het was stil en warm in de kleine gezellige woonkamer van grootmoeder. De verwarming tikte alsof ze een codebericht seinde en de meubels leken in het licht van de schemerlampen op betoverde monsterwezens op de bodem van een vijver. Van de kasten en wanden staarden tientallen fotoportretten met ogen vol verstard verleden de kamer in. De pendule en de koekoeksklok prikten kleine vluchtige putjes in de stilte. Ze wezen iets over half tien aan.
Simon lag onderuit gezakt in een fauteuil, zoals hij meestal deed als hij een boek las. Zijn grootmoeder was ingedommeld (zoals ze meestal deed als ze een uurtje in haar fauteuil zat). Haar bril was tot op het puntje van haar neus geschoven waar hij leeg maar heel gewichtig de wereld inkeek en in haar handen stak een krant vol verkreukeld nieuws”.

Op een avond, wanneer Simon bij zijn grootmoeder logeert, komt de koekoek van haar koekoeksklok plotseling tot leven. De vogel wil hem meenemen op een bijzondere reis, een reis waarvan Simon zich later zal afvragen of het geen droom is geweest. Maar op het moment zelf lijkt alles heel echt.
Simon wordt meegesleept in een turbulente stroom van geheimzinnige, soms zelfs akelige gebeurtenissen. De klok en de koekoek zijn immers niet wat ze lijken te zijn. En op de bizarre reis ontmoet hij ook enkele hoogst onaangename figuren.

“Aan de rand van de tijd” is een moderne vertelling die vooral draait rond het mysterie “tijd” en alles wat daar mee te maken heeft: geboorte en dood, vergankelijkheid en eeuwigheid, verleden en toekomst en welk een stempel deze hebben op ons leven in het nu en het hier.