Vos en Haas, waar is het ijs?

Een mooi boek met opvallende, vrolijke en prachtige tekeningen. Deze ondersteunen de tekst ook heel erg goed.
In het begin lijkt het een boek te zijn dat bestaat uit losse verhalen, maar hoe verder je in het boek komt, hoe duidelijker het verhaal wordt. Dit boek gaat vooral over de vrienden van Vos en Haas; Ping Win en Ever. Ever is tot over zijn oren verliefd op Ping Win, maar Ping Win moet niets van Ever weten. Daardoor ontstaan er hele grappige situaties.
Korte hoofdstukken met in de tekst vergrootte woorden. Voor het ene kind kan dit verwarrend werken, maar voor het andere kind zorgt het juist voor afwisseling en variatie. Doordat de verhalen kort zijn is de tekst duidelijk en overzichtelijk, zeker wanneer kinderen dit boek vanaf Avi E4 zelf willen gaan lezen. De inhoud sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. De beschreven emoties zijn ook heel herkenbaar voor de kinderen (boos, verdrietig, verliefd) en zijn goed te gebruiken bij gesprekken met kinderen over hun emoties.
Vele woordgrapjes en woordspelingen maken het boek heel geschikt om aandacht te besteden aan uitdrukkingen en gezegdes.
Het is vooral een grappig boek dat prettig voorleest en zelf leest, dat uiteindelijk goed afloopt voor alle dieren. Alleen Ever blijft met een gebroken hart achter.

Het boek Vos en Haas, waar is het ijs? Is een boek vol losse verhalen over Vos en Haas die allerlei avonturen beleven. De avonturen die Vos en Haas met hun vriendjes beleven passen bij de belevings- en fantasiewereld van kinderen. Het kan erg herkenbaar zijn. Wat opvalt aan het boek zijn de woorden die er qua lettergrootte tussen staan. Dit zijn de belangrijkste woorden en is in het begin verwarrend voor de kinderen om te weten waarom de woorden groter en dikgedrukt zijn. Voor de ouders of leerkrachten is het boek duidelijk om voor te lezen, omdat je juist bij deze woorden de nadruk legt.
De kortere verhalen maken het boek uitstekend geschikt om voor te lezen en voor de kinderen om zelf te lezen zonder dat ze de aandacht verliezen. Het boek is voor het AVI-niveau E4 geschreven.
De plaatjes die getekend zijn passen echt bij het boek en zijn een fantastische aanvulling op het verhaal.
De grapjes zijn soms lastig te begrijpen voor de leerlingen, dit is soms wel jammer. Je moet hier wel aandacht aan besteden.
Maar buiten dat is het een leuk boek om te lezen!

Ik heb net het boek Vos en Haas Waar is het ijs? gelezen. Ik had er hoge verwachtingen van, dit vanwege de populariteit van de boeken van Vos en Haas. Helaas, viel het mij wat tegen. Het zijn leuke korte verhaaltjes voor beginnende lezers, maar de humor in de verhalen is wel wat moeilijk te begrijpen. Voor de oudere lezer, wel leuk hoor. De illustraties zijn geweldig gemaakt door Thé Tjong-Khing. De illustraties passen echt bij de verhalen en zullen een goede ondersteuning zijn voor de lezers. Ping Wing vond ik de leukste personage.

Het boek ziet er aantrekkelijk uit met de illustraties, veel witruimte en grote letters. Het is een grappig boek over Vos en Haas en hun vrienden in het bos. Het leukst vind ik de woordspelingen. Diverse uitdrukkingen en gezegden komen aan bod en worden uitgelegd. Als je de uitdrukkingen kent, dan zijn de woordspelingen grappig. Als je ze niet kent, begrijp je de clou ook pas later. Voor anderstalige leerlingen kan het daarom best een lastig boek zijn in plaats van grappig. Aan de andere kant biedt het boek leerlingen de mogelijkheid hun woordenschat uit te breiden omdat veel woorden worden toegelicht.
Het boek is leuk om voor te lezen. Dat kunnen de losse verhalen zijn of natuurlijk het hele boek. Leerkrachten kunnen de losse verhalen gebruiken als inleiding bij de les, bijvoorbeeld over kleuren, seizoenen, gevoelens. De personages en emoties zijn herkenbaar voor kinderen; boos, verdrietig, vrolijk, bang en verliefd. Ook de gebeurtenissen zijn herkenbaar voor de kinderen; de gesprekjes, de ruzietjes, samen ijs eten, elkaar helpen (of juist niet) plannetjes maken en leuke dingen doen.
In het begin lijken de verhalen los van elkaar te staan, vanaf het midden blijkt er toch één hoofdverhaal in te zitten. Dat verhaal is niet heel spannend, maar wel grappig. En het loopt goed af voor alle dieren. Op één gebroken hart na dan.

Ik ben gek op de avonturen van Vos en Haas en vond het dan ook erg leuk om dit boek te mogen lezen.

Het boek staat vol met kleurrijke illustraties, wat het erg aantrekkelijk maakt. Ook het feit dat sommige woorden vergroot zijn geeft het een speelse manier van lezen. De hoeveelheid tekst per pagina is niet groot en daardoor is de tekst duidelijk en overzichtelijk. De hoofdstukjes zijn kort en kunnen aansluitend, maar ook los van elkaar gelezen worden.

Het boek ‘Waar is het ijs’ gaat niet zo zeer over Vos en Haas, maar vooral over hun vriendjes Ever en Ping Wing. Ever is dolverliefd en probeert, tevergeefs, het hart van Ping Wing te veroveren. Dit doet hij op een niet zo handige manier, wat zorgt voor leuke situaties. Het verhaal komt langzaam op gang, maar halverwege het boek wordt de verhaallijn duidelijker en raak je ook meer betrokken bij de hoofdpersonen.

Het verhaal is een beetje spannend, maar vooral grappig. Niet alle grappen zijn te begrijpen voor de doelgroep, doordat er veel spreekwoorden en gezegdes in voorkomen. Het is wel heel leuk om hier, aan de hand van dit boek, aandacht aan te besteden. Echter, ook zonder dat alle grappen begrepen worden is het een fijn boek voor de jonge lezer.

Vos en Haas leven in het bos en beleven met elkaar en met de andere dieren allerlei avonturen, die steeds in aparte verhalen zijn opgenomen in het boek. De verhalen spelen zich af in de belevings- en fantasiewereld van kinderen. De avonturen die Vos en Haas beleven zullen daardoor ook zeer herkenbaar voor hen zijn. Daarnaast sluit het taalgebruik en het gedrag van de hoofdpersonen ook aan bij de denkwijze van kinderen, zoals bijvoorbeeld wanneer Ever uitlegt: ‘Het is een bang beest. Het beeft van de schrik. Daarom heet het zo: bever.’

Opvallend aan dit boek is dat de belangrijkste woorden in het verhaal er qua lettergrootte uitspringen. Het verhaal is hierdoor voor kinderen die in de beginfase zitten van het leren lezen gemakkelijk mee te volgen. Ook voor volwassenen leest het boek prettig voor, omdat de woorden die de nadruk behoren te krijgen dikgedrukt zijn, zoals de zin ‘Haha! Hoe kom je erbij! lacht Ever luid.’ Kinderen die op het niveau van AVI E4 lezen kunnen het boek ook zelfstandig lezen. Sommige woorden in het verhaal zijn gesymboliseerd d.m.v. kleine plaatjes die midden in de tekst staan, hierdoor zijn de verhalen – mits ze worden voorgelezen - ook voor kinderen die nog niet kunnen lezen goed te volgen en te begrijpen.

Dit boek is uitstekend te gebruiken als (voor)leesboek vlak voor het slapen gaan, omdat het korte verhalen bevat van ongeveer 4 bladzijdes. De verhalen zijn voor kinderen behalve, leuk en levendig ook erg leerzaam. Ze bevatten diepergaande boodschappen, bijvoorbeeld over stoer zijn. Zo wordt er door Neef in het verhaal op een gegeven moment gezegd: ‘Is dat wel stoer genoeg?’ vraagt hij benauwd. Vos knikt.’Meer dan genoeg’, vindt hij. Ook voor leerkrachten is het een erg waardevol boek. Zo past het verhaal ‘kleur’ uitstekend bij een les beeldende vorming over het mengen van kleuren. Ook is het heel eenvoudig om aan de hand van de woorden en uitdrukkingen die in het boek aanbod komen een les woordenschatontwikkeling te geven. Het boek past bij diverse thema’s die door het jaar heen actueel zijn zowel op school als thuis. Kortom leesplezier gegarandeerd!

Vos en Haas, waar is het ijs? – Sylvia van den Heede
Lannoo, oktober 2012, 124 pagina’s, hardcover.
Prijs: 14,99 euro. Leeftijd: vanaf 5 jaar. ISBN: 9789401404341